Lichtshow op halve kracht

Zeg Jezus
(LiteSwitch)

Zeg Jezus, zeg Jezus
Hoor nou eens, hoor nou eens
Ze boren, ze boren
De toren, de toren
Ze schieten, ze schieten
Op soennieten, op shi'ieten

Zeg Jezus, zeg Jezus
Vertel nou eens, vertel nou eens
Waarom de nacht
Waarom je lacht
Waarom de bom
Waarom de Dom
Waarom je vader
Waarom een dader

Zeg Jezus, zeg Jezus
Doe nog eens, doe nog eens
Doe nog eens als toen
Doe nog eens je zoen
Doe nog eens zoals je begon
Doe nog eens je zon
En zeg eens stop
Tegen de mannen aan de knop
Doe nog eens je licht
Doe nog eens je gezicht
Doe nog eens, doe nog eens
Alle mannen in een gesticht

Hoog spat het water op als we Havana binnenrijden. Zo hoog dat ik het raampje helemaal dicht moet draaien om niet te worden getrakteerd op een ongevraagd nat pak. Cuba mag dan het land van de zon zijn, vandaag regent het pijpestelen. De straten van Havana staan blank, in kleine stroomversnellinkjes zoekt het water zijn weg naar de lager gelegen delen van de stad. Een heel verschil met de dagen hiervoor, toen ik verbleef in Cienfuegos, 'de parel van het zuiden'. Daar was het weer zoals je dat mag verwachten in Cuba: 's ochtends een hemelsblauwe lucht, 's middags kleine witte wolkjes die voor wat verkoeling zorgen en 's avonds een dieprode zonsondergang als afsluiting.

Onderweg van Cienfuegos naar Havana zag ik de ravage die de orkaan Michelle enkele weken daarvoor had aangericht. Ontwortelde bomen, afgebroken hoogspanningsmasten en houten huisjes waar maar weinig meer van over was. Michelle was de zwaarste orkaan van de afgelopen vijftig jaar, zegt de chauffeur, een chemisch ingenieur die zijn slechtbetaalde staatsbaan heeft opgegeven en nu met zijn dertig jaar oude Mercedes toeristen vervoert tussen Cienfuegos en Havana. De orkaan trok via de Varkensbaai in noordelijke richting over het eiland en liet een spoor van vernielingen achter. Veel dorpen en steden zaten wekenlang zonder elektriciteit en water. De regering evacueerde tijdig zo'n achthonderdduizend Cubanen, waardoor het aantal dodelijke slachtoffers beperkt bleef tot vijf. Fidel Castro - nooit te beroerd om een parallel te trekken - vergeleek de orkaan met de Amerikaanse invasie van 1961; de Amerikanen landden immers op dezelfde locatie bij hun poging het eiland terug te veroveren op de revolutionairen. De laatsten kwamen toen echter winnend uit de strijd, en Castro verzekert de Cubanen bij iedere orkaan die het eiland teistert, dat ook het natuurgeweld Cuba er nooit onder zal krijgen. 'El Comandante en Jefe' liet zelfs de Ibero-Amerikaanse top in Cine Yara met op de achtergrond Hotel Habana LibrePeru schieten om persoonlijk leiding te kunnen geven aan de hersteloperatie, waarvan de staatstelevisie elke avond uitgebreid verslag doet. Een groot leger van monteurs is dag in dag uit bezig de kabels te spannen tussen de inmiddels weer trots in het landschap staande hoogspanningsmasten.

De chauffeur zet me af bij een appartementencomplex tegenover het Habana Libre, het Hilton van voor de revolutie. Het complex is gelegen aan een van de drukste kruispunten van Havana, de kruising tussen La Rampa en Calle L in Vedado, het moderne deel van centraal Havana. Aan de overkant van La Rampa bevindt zich Coppelia, de staatsijssalon waar de Cubanen - overigens zonder te klagen - met gemak zo'n drie uur in de rij staan voor een ijsje. Tegenover Coppelia bevindt zich de Yara-bioscoop, waar nu films worden vertoond in het kader van 'El 23 Festival Internacional del Nuevo Cine Latinoamericano', het beroemde filmfestival dat ieder jaar in december plaatsvindt in Havana.

In het appartementencomplex worden door diverse mensen kamers verhuurd, een van de weinige particuliere initiatieven die door de autoriteiten is toegestaan. Ik neem hier mijn intrek bij Josefina, die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd en haar kennis etaleert door mij te verrassen met de namen van diverse Oudhollandse meesters zoals Rembrandt en van Gogh, maar ook een hele verzameling minder bekende. Ze is een chaotische, innemende persoonlijkheid en een groot filmliefhebster, ze is elke dag te vinden in de Yara-bioscoop aan de overkant. Terwijl we zo zitten te praten in mijn kamer, valt plotseling het licht uit, maar floept even daarna weer aan, alleen veel minder fel dan daarvoor. De ventilator aan het plafond lijkt nu ook op halve kracht te draaien, en een in snel tempo aan en uit springende TL-buis zet de badkamer in een zenuwachtig stroboscooplicht. Op een tafeltje staat een lampje dat je aan en uit kunt zetten door de voet even aan te raken. Maar dit werkt nu ook niet meer, het lampje is niet meer aan de praat te krijgen, hoe vaak je ook op het voetje tikt. 'Gebeurt wel vaker in deze buurt,' zegt Josefina, 'het vermogen is voor een deel weggevallen, alles draait nu op halve kracht, maar over een uurtje is alles weer normaal.'

Ik vraag mij af in hoeverre dit waar is, is ze misschien bang dat ik mijn biezen pak en verkas naar een ander appartement? Maar ze hoeft zich geen zorgen te maken, ik ben moe van de reis en heb geen zin om op zoek te gaan naar een andere kamer. Ik ga liggen op het grote bed en vraag me af Castro is contra het terrorisme en contra de oorlogof het slechte weer en de stroomuitval misschien nog naweeën zijn van Michelle, de orkaan is immers nog maar kort geleden gepasseerd. Ik sluit mijn ogen en val in slaap. In mijn droom trekken beelden voorbij van de Yara-bioscoop waar regen en wind tegen de gevel beuken, de film plotseling hapert, dan helemaal stopt, weer even op gang komt, weer hapert waarna de projector de zaal uiteindelijk in een spookachtig stroboscooplicht zet. Dan schrik ik wakker in een helverlichte kamer, waar alle lampen voluit branden en de ventilator aan het plafond als een gek tekeer gaat.

De volgende dag. Het slechte weer is volledig verdwenen, er is geen enkel wolkje meer te bekennen aan de intens blauwe hemel. Bij de Coppelia ijssalon zie ik een poster waarop Fidel Castro predikt: 'Cuba: contra el terrorismo y contra la guerra' ('Cuba: tegen het terrorisme en tegen de oorlog'). Cuba heeft de aanslagen van 11 september direct veroordeeld, evenals de daarop volgende bombardementen op Afghanistan. Het land heeft de Verenigde Staten (de aartsvijand) zelfs direct na de aanslagen medische hulp aangeboden. Ook stelde Cuba zijn luchthavens open voor vliegtuigen die mogelijk niet zouden kunnen landen in de Verenigde Staten.

Ik koop een ijsje bij Coppelia, als buitenlander kun je in een aparte sectie met dollars betalen, wat je toch een paar uur wachten bespaart. Bij de Yara-bioscoop, waar ik een programma van het filmfestival had willen kopen, word ik doorverwezen naar Hotel Nacional de Cuba dat zich even verderop aan het eind van La Rampa bevindt. Het hotel blijkt al geheel in kerstsfeer te zijn. In de lobby van het hotel bevindt zich een enorme kerstboom en vanaf posters aan de muur word je alvast een gelukkig 2002 gewenst. In de diverse zalen van het hotel vinden verschillende bijeenkomsten plaats die verband houden met het filmfestival. In de tuin die uitzicht op zee biedt, is het een komen en gaan van cameraploegen die regisseurs interviewen. Aan de informatiebalie koop ik een programma.

Het festival biedt naast een groot aantal Cubaanse films, veel films uit andere Latijns-Amerikaanse landen. Daarnaast ook films uit Europa, Azië en de Verenigde Staten. Er draait een achttal Nederlandse films waaronder Pequeño Tony (Kleine Teun) van Alex van Warmerdam, La Novia Polaca (De Poolse Bruid) van Karim Traïda en Todos Estrellas (All Stars) van Jean van de Velde. De voorstellingen vinden plaats in bioscopen verdeeld over heel Havana, de stad telt maar liefst zo'n tweehonderd bioscopen. Vedado is echter het centrum van het festival. In dit stadsdeel bevinden zich de grotere bioscopen zoals de Yara, La Rampa, Charles Chaplin en Riviera. De gevel van Riviera illustreert de schaarste waar Cuba de laatste jaren mee te maken heeft Cine Riviera, met elektriciteitskabel, maar zonder gloeilampengehad. Rondom de aankondiging van het filmfestival is plaats voor honderden gloeilampen, de fittingen zijn echter allemaal leeg. Ook de letters van de in neonlicht geschreven naam van de bioscoop willen nog wel eens haperen. Voor de Cubanen is dit echter geen probleem, zolang de films maar draaien is er niets aan de hand.

Ik eet een hamburguesa in een filiaal van El Rapido, een fastfoodketen geheel naar Amerikaans model. McDonalds - als vertegenwoordiger van het verderfelijke kapitalisme - is op Cuba niet aanwezig, maar El Rapido is een perfecte kopie daarvan. Hetzelfde plastic bestek, dezelfde plastic tafeltjes met de daaraan vastgeklonken stoeltjes, dezelfde kaalheid en zelfs dezelfde Coca-Cola maar dan uit Mexico. Het enige dat ontbreekt is een ballenbak, maar dat is dan ook het enige verschil. Het logo van El Rapido is een koffiekopje op wieltjes dat met grote snelheid voortraast en snelheid, efficiency en klantvriendelijkheid belooft. Voor Cubaanse begrippen is de bediening in El Rapido inderdaad goed. In ieder geval heel wat beter dan in El Caracol ('De Slak', what's in a name…), een dollarwinkel waar het personeel er niet voor terugdeinst de kas op te gaan maken als er een rij van tien personen voor de kassa staat, zoals ik ooit eens meemaakte.

In El Rapido kun je alleen met dollars betalen, het enige dat je er met Cubaanse pesos kunt kopen is de Granma, de staatskrant. Regelmatig komen er krantenverkopers binnen, veelal aandoenlijke, oudere communisten op leeftijd. Er zijn zeker nog Cubanen die deze krant lezen, maar – zoals het verhaal gaat – er is ook een grote groep Cubanen die de krant louter en alleen gebruikt als toiletpapier. Los van de symbolische betekenis: de Granma betaal je met pesos en de krant is daarmee beduidend goedkoper dan toiletpapier dat alleen in de dollarwinkels te koop is. Viva el socialismo.

De volgende dag is het zaterdag 8 december: de dag van de moord op John Lennon. Ter nagedachtenis aan Lennon is in 2000 -  20 jaar na zijn dood - een standbeeld van hem onthuld in het Parque Lennon in Vedado. Castro sprak bij die gelegenheid zijn bewondering uit voor Lennon: hij was Neem plaats naast Johnvooral erg gecharmeerd van de regel 'You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one' uit het nummer Imagine. Dit nummer is regelmatig te horen op de Cubaanse radio. Het fungeert sinds kort ook als intro voor La Mesa Redonda, een programma dat elke avond op de Cubaanse staatstelevisie wordt uitgezonden. In het programma bespreken diverse commentatoren allerlei actuele zaken, de uitzendingen staan nu bijna elke dag in het teken van de aanslagen van 11 september en de daarop volgende bombardementen op Afghanistan. De herdenking van Lennon's dood in het Parque Lennon is dit keer een bijzondere: George Harrison is net overleden. En ik vraag me af of Castro ook een favoriet nummer van Harrison heeft. Wat zou het worden: All things must pass, My sweet lord, of - meest veilige optie - Here comes the sun?

Ook Josefina vindt Imagine een werkelijk prachtig nummer, ze is er helemaal lyrisch over. Zoals ze ook lyrisch is over de films die ze inmiddels gezien heeft. Vooral de Argentijnse film El Lado Oscuro Del Corazon 2 vindt ze geweldig. Ik neem me voor om deze film ook te gaan zien. Hij draait diezelfde avond in de Yara-bioscoop. Ik zorg ervoor dat ik ongeveer een half uur voor aanvang aanwezig ben, dat lijkt me ruim op tijd. Bij aankomst staat er echter een rij van ruim honderd meter voor de bioscoop. Tientallen agenten houden de dringende menigte met de wapenstok in bedwang. Om de zoveel tijd laten ze een groepje wachtenden binnen. Met weinig hoop begeef ik mij naar het eind van de rij. Na enige tijd blijkt dat het feest inderdaad niet doorgaat: 'No hay capacidad', de zaal is vol, honderden mensen druipen teleurgesteld af.

De volgende dag. De dag van mijn vertrek. Ik heb nog geen film gezien, maar nu zal het dan gebeuren. Mijn vlucht vertrekt 's avonds en ik kan daarvoor nog net de Cubaanse film Nada ('Niets') zien. Ruim op tijd voeg ik mij in de rij wachtenden voor de Yara. En het lukt: op een gegeven moment mag ik naar binnen van de Cubaanse politie. De film echter is een grote teleurstelling en doet zijn naam recht aan, het is echt helemaal niks. Het kan zijn dat ik door de slechte geluidskwaliteit de clou heb gemist, maar ik heb de indruk van niet. De humor is van kleuterschoolniveau, de Cubanen vinden het echter prachtig, er wordt veel gelachen en geapplaudisseerd, sommigen verlaten zelfs zingend de zaal. Het is een vrolijk volk. Als ik de straat oversteek naar mijn appartement om mijn bagage te halen, kom ik Josefina tegen. Zij heeft Nada ook gezien en bevestigt wat ik al vermoedde, deze film was helemaal niets. Ik vraag Josefina wat haar favoriete film van het festival was: El Hijo De La Novia uit Argentinië, die, zoals later blijkt, ook de publieksprijs wint. De prijs voor de beste film ('El Primer Premio Coral') gaat naar La Ciénaga van Lucrecia Martel, ook al uit Argentinië.

Dan neem ik afscheid van Josefina en neem een taxi naar het vliegveld. Ik vertrek om twaalf uur 's avonds en heb een plaatsje bij het raam. Het valt me op hoe weinig je kunt zien, beneden mij is het volledig donker, slechts af en toe is er een lichtje te zien. Meestal slaap ik slecht in vliegtuigen, maar deze keer slaap ik als een roos. Als ik wakker word is het nog steeds donker, maar ik bevind mij nu boven Nederland en ik zie de kassen van het Westland die zich als dozen vol met licht hebben vastgezogen op de drassige bodem. De ene na de andere stad passeert, een en al licht in de gebouwen en langs de wegen. Een heel verschil met het donkere Cuba dat ik zag toen het vliegtuig opsteeg. Het is spitsuur, de koplampen van de auto's in de files zijn net te zien. Ze kruipen langzaam voort als lange linten door het donkere landschap, als slingers door een kerstboom. En plotseling schiet me die uitspraak van die Amerikaanse militair te binnen tijdens de bombardementen op Bagdad tijdens de eerste Golfoorlog: 'Bagdad lit up like a Christmas tree'. Nederland licht nu ook op, ook als een kerstboom, maar wel op een hele andere manier. Dan landen we, ik neem de trein naar huis en daar ben ik dan, Kerstmis voor de deur. Wat te doen? Maar natuurlijk: ik haal de doos met daarin de opvouwbare kerstboom van zolder, ontvouw de takjes, zet de piek er bovenop, steek de stekker in het stopcontact en de kaarsjes floepen probleemloos aan. Nu nog John Lennon in de cd-speler: 'Imagine there's no heaven, it's easy if you try. No hell below us, above us only sky...' Laat die vrede nu maar eens een keer komen.


Copyright © Harjan Bos. All rights reserved.