Cocktail of a Thousand Landscapes
Caleidoscoop (v. Gr. kalos = schoon, eidos = beeld, skopeoo = zien), een optisch instrument, bestaande uit een buis waarin in de lengterichting twee of drie langwerpige spiegels zijn geplaatst. Tussen twee glazen plaatjes aan het uiteinde van de buis bevinden zich kleine stukjes glas, die, door aan de buis te draaien, veranderen van plaats en het licht zo op een andere manier door de buis sturen. Op deze wijze krijgt de kijker steeds een ander beeld te zien. De spiegels in de buis zorgen voor symmetrie, al draaiend aan de buis komen kleurrijke symmetrische figuren te voorschijn; het instrument toont de kijker symmetrie waar hij die niet zou verwachten. Op deze manier biedt de caleidoscoop ons een altijd weer verrassende kijk op de wereld.
De caleidoscoop, daar moet ik aan denken als ik op het
terras van hotel Los Jazmines een slok van mijn cocktail neem. De caleidoscoop, een
buitenbeentje in de optische wereld: geen verrekijker, geen telescoop, en ook geen
microscoop. Geen kijker waarmee je naar de sterren kijkt en ook geen kijker om in te
zoemen op de bacteriën, eerder een kijker om naar de wereld direct om je heen te kijken,
eerder een dichtbijkijker dus. En vraag me niet waarom ik aan dit instrument moet denken,
ik heb geen idee. Het zal wel komen door het langwerpige cocktailglas dat min of meer
dezelfde vorm heeft. Of door de stukjes ijs die net boven de dikke bodem rondzweven en die
me doen denken aan de stukjes glas in het instrument. Of door de kleur van de cocktail,
lichtgeel met een blauw rietje. Maar vooral door de naam die het hotel aan het drankje
heeft gegeven: Cocktail of a thousand landscapes. Een naam die verwijst naar de
vele verschijningsvormen die het Cubaanse landschap hier kan aannemen. Het uitzicht vanaf
dit terras is inderdaad van een surrealistische schoonheid. In de verte ligt Viñales, een
dorpje waar mensen op verandas in schommelstoelen langzaam heen en weer wiegen en de
dagen aan zich voorbij laten trekken. Ik bevind me hier in het westen van Cuba, de plaats
waar de beste tabak ter wereld wordt verbouwd. Bekende sigaren als de Cohiba en de
Montecristo komen uit dit gebied. Ik ben nu al een aantal dagen in dit hotel en elke
middag heb ik op het terras gezeten met een cocktail in mijn hand, uitkijkend over het
dal. En elke middag speelde de pianist van het hotel Guantanamera en Chan Chan,
en nog meer Cubaanse klassiekers. En elke keer eindigde hij met Hotel California van
the Eagles, een persoonlijke favoriet waarschijnlijk.
In het dal liggen zogeheten mogotes, bergen zo rond
als molshopen. Ze zijn het resultaat van een erosieproces van vele miljoenen jaren. De
kalksteen in het gebied is in de loop der jaren langzaam maar zeker opgelost in het
regenwater. Zo ontstonden uitgestrekte grottenstelsels. Een deel hiervan stortte op een
gegeven moment in, waarna de mogotes achterbleven. Vanaf het terras van het hotel
kijk je uit over de tabaksvelden, de houten huisjes van
de tabaksboeren en de driehoekige schuurtjes waar de tabaksbladeren te drogen hangen.
Tussen de tabaksvelden slingeren smalle weggetjes die de rode grondsoort tonen waarop de
tabak zo goed gedijt. Op sommige daarvan rijdt traag een tabaksboer op een paard. In de
verte liggen de mogotes waarover een groene deken lijkt gelegd die zich naadloos
naar de rondingen van de bergen heeft gevoegd. Daarvoor een kleine verzameling palmbomen
die als breekbare luciferhoutjes in het dal staan. Maar zo breekbaar zijn ze niet, er zijn
al heel wat orkanen overheen gegaan. Ze zijn net zo taai als Castro, die ook al heel wat
zwaar weer te verduren heeft gehad. Als je dichterbij komt zie je pas hoe hoog ze zijn.
Het is niet voor niets de nationale boom van Cuba, la palma royal, de koninklijke
palm. Groene palmbladeren ontspringen sierlijk vanuit de top, zoals veren ontspringen uit
het haar van een nachtclubdanseres uit de Tropicana in Havana. Als ranke danseressen staan
de palmen in het dal, de mogotes als kleurrijk decor op de achtergrond.
Hoe vaak ben ik hier nu al geweest? Ontelbare malen en toch
maakt het gebied iedere keer weer een diepe indruk op me. De optrekkende ochtendnevels en
de geur van tabak zorgen hier s ochtends
vroeg voor een onvergetelijke ervaring. Onder de begeleiding van het gekraai van een haan
komt dan langzaam de ene na de andere palmboom tevoorschijn uit de laaghangende mist.
Enige uren later gaat de lucht over naar bijna strakblauw, waarna in de loop van de dag de
eerste wolken zich weer aandienen. Soms trekt de lucht aan het eind van de middag helemaal
dicht, de mogotes zijn dan bijna niet meer te zien. Er kan dan een gigantisch
onweer losbarsten, maar zelfs dit staat garant voor een fantastisch schouwspel. De
oplichtende bliksem boven de bergtoppen zet het dal dan in een spookachtig licht, waarna
op een gegeven moment de regen losbarst die het hele dal doordrenkt met water.
Maar vooral de zonsondergangen zijn een feest voor het oog.
Elke dag weer anders, elke dag weer andere kleuren, elke dag een nieuwe draai aan de
caleidoscoop. Twee kleuren overheersen echter: groen en rood. Het groen van de
tabaksplanten en het rood van de grond waarop ze groeien. Het groen van de mogotes
en het rood van de in vuur en vlam staande lucht daarboven. Groen en rood, de kleuren van dit landschap, maar ook de kleuren van
dit land. Groen, de kleur van het uniform van de leider. Rood, de kleur van het systeem.
Het systeem met een hele andere kijk op de wereld. Het systeem dat de wereld probeert te
ordenen zoals een caleidoscoop de wereld ordent. Het systeem dat symmetrie nastreeft en
elke vorm van chaos probeert uit te bannen, het systeem dat andersdenkenden opsluit. Het
systeem met op elke straathoek een agent en in elke wijk een Comité ter Verdediging van
de Revolutie. Maar ook het systeem dat van dit dal een nationaal natuurpark heeft gemaakt.
Het systeem dat ervoor heeft gezorgd dat het niet is volgebouwd met hotels. Het systeem
dat zelfs elektriciteitsmasten hier niet tolereert omdat ze te horizonvervuilend zijn. En
tegelijkertijd het systeem dat ervoor zorgt dat de scholen in het dal wel elektriciteit
hebben. Het systeem dat ervoor zorgt dat er ondanks de armoede en ellende tv's en pc's in
de scholen staan.
Vele wandelingen heb ik al gemaakt in dit gebied. En iedere keer werd ik weer door een tabaksboer uitgenodigd om een kop sterke Cubaanse koffie te komen drinken. En om een sigaar te roken die de boer ter plekke voor me draait uit een aantal tabaksbladeren. En om de overweldigende stilte te ondergaan. Om de dikte en warmte te voelen van de lucht die om me heen hangt. Dit is de plaats in Cuba waar ik altijd tot rust kom, waar ik vaak aan denk in de hectiek van Havana en waar ik naar terug wil als ik in Nederland ben. Terug naar de zonsondergangen, de roodgekleurde wolkenformaties, de laaghangende ochtendnevels, de geur van tabak en naar het gevoel dat alles van me af glijdt. En de ober brengt nog een cocktail terwijl de pianist nog een keer Hotel California speelt: 'You can check out any time you like, but you can never leave'. En zo is het, ik kan wel vertrekken, maar al dit moois zal ik altijd met me mee moeten dragen.
Copyright © Harjan Bos. All rights reserved.